Veneuze stentplaatsing

Bij een veneuze stentplaatsing wordt een dun buisje (stent) in de vernauwde ader gebracht waardoor de ader weer goed open gaat en de bloeddoorstroming verbetert.

Om de behandeling uit te kunnen voeren, moet de radioloog een bloedvat aanprikken. Dit gebeurt in uw nek of in uw lies. De ader wordt aangeprikt en er wordt een dun slangetje (sheath) ingebracht dat tijdelijk toegang geeft tot het bloedvat. Daarna wordt onder röntgendoorlichting de katheter op de juiste plaats geschoven. Hierna spuit de radioloog contrastvloeistof in. Tijdens het inspuiten van de vloeistof worden foto’s gemaakt, deze worden direct bekeken op de monitor. Zodra er een goede positie is gekozen, wordt de stent geplaatst. Wanneer de behandeling klaar is, wordt het slangetje uit uw bloedvat gehaald. Daarna wordt het gaatje enkele minuten dichtgedrukt. De gehele behandeling duurt één tot twee uur.


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden