Knieprothese

Bij een beschadigde of versleten knie treedt pijn meestal op bij lang staan en (trap)lopen. Het lopen van langere afstanden wordt steeds pijnlijker, dit kan de bewegingsvrijheid erg beperken. Ook startpijn en startstijfheid komen voor. Als een kniegewricht ernstig beschadigd of versleten is, is vervanging door een knieprothese vaak de enige oplossing.

De meest gebruikte knieprothese is de totale knieprothese. Deze vervangt al het kraakbeen van zowel het dijbeen (bovenbeen) en het scheenbeen aan de binnen- en buitenzijde van de knie. Een totale knieprothese bestaat uit vier onderdelen:

  • Metalen component voor de onderkant van het dijbeen (bovenbeen)
  • Metalen component voor de bovenkant van het scheenbeen
  • Plastic (polyethyleen) inlay die wordt bevestigd op de component van het onderbeen met een klik systeem
  • Plastic (polyethyleen) knieschijf. Zo nodig wordt de knieschijf ook vervangen.

Tijdens de operatie verwijdert de orthopedisch chirurg de aangetaste gewrichtsvlakken. Vervolgens wordt met speciale instrumenten het bot aangepast aan de vorm van de prothese, waardoor er een goede verankering mogelijk is. Een kunststof laag tussen de metalen delen van de prothese zorgt er voor dat het scharnieren soepel verloopt.

Revisie van een knieprothese
Een knieprothese kan vanwege verschillende oorzaken niet goed functioneren. Soms kunt u klachten hebben vanaf het moment dat de prothese is geplaatst, maar meestal ontstaan de klachten pas na verloop van tijd. Het achterhalen van de oorzaak van de klachten is vaak lastig. Daar is een gespecialiseerde aanpak voor nodig.


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden