Endoscopische Mucosale Resectie (EMR)

Bij Endoscopische Mucosale Resectie (EMR) wordt een deel van de slokdarm of dikke darm verwijderd. Het gaat dan om de mucosa, de meest oppervlakkige slijmvlieslaag aan de binnenkant van beide darmen. De behandeling wordt uitgevoerd met behulp van een endoscoop.

 

Slokdarm

Een Endoscopische Musocale Resectie wordt uitgevoerd bij patiënten met afwijkingen in het slijmvlies van de slokdarm, die kwaadaardig zijn of kwaadaardig worden. Een endoscoop is een dunne, flexibele slang met aan het uiteinde een cameraatje met lampje. Hiermee wordt de binnenkant van de slokdarm bekeken. De endoscoop wordt via uw keel in de slokdarm geschoven tot de plaats waar zich de afwijking bevindt. Deze afwijking wordt eerst gemarkeerd. Bij deze techniek zit er een kapje op het uiteinde van de endoscoop bevestigd. Om het kapje zitten elastiekjes gespannen. De afwijking wordt in het kapje gezogen en vervolgens wordt er een elastiekje omheen geschoten. Daarna wordt er een lus gelegd om het ontstane bolletje. Door de lus wordt stroom geleid waardoor het bolletje wordt afgesneden van de onderlaag. Alle stukjes weefsel worden aan het eind van de behandeling mee naar buiten genomen, om vervolgens onderzocht te kunnen worden door de patholoog.

Dikke darm

Een Endoscopische Musocale Resectie wordt uitgevoerd bij patiënten met afwijkingen in het slijmvlies van de dikke darm, die kwaadaardig zijn of kwaadaardig worden. De endoscoop wordt via uw anus in de darm geschoven tot de plaats waar zich de afwijking bevindt. Met behulp van een dunne naald wordt vervolgens vloeistof onder de afwijking gespoten. Vervolgens wordt een draad om het afwijkende weefsel gelegd die zachtjes wordt aangetrokken. Door de draad wordt stroom geleid waardoor het afwijkende weefsel wordt afgesneden van de onderlaag. Er kunnen stukjes weefsel worden verwijderd variërend in grootte van een één- tot een twee- euromuntstuk. Alle stukjes weefsel worden aan het eind van de behandeling mee naar buiten genomen, om vervolgens onderzocht te kunnen worden door de patholoog.


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden