Inwendige bestraling van de vagina (Folder)

Catharina Kanker Instituut Radiotherapie
Michelangelolaan 2
5623 EJ Eindhoven

040 - 239 91 11
Catharina een Santeon ziekenhuis

Inwendige bestraling van de vagina (Folder)

Uw behandelend radiotherapeut heeft u ingelicht over de inwendige bestraling (brachytherapie) die u een aantal keren zult ondergaan. Deze behandeling heeft als doel om alle eventueel nog overgebleven kankercellen in de top van de schede te vernietigen. In deze folder kunt u nalezen hoe deze behandeling verloopt. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie iets anders kan zijn dan hier is beschreven.

Voorbereiding

Voordat de behandeling begint verzoeken wij u om thuis één uur van tevoren naar het toilet te gaan om te plassen. Daarna mag u niet meer drinken tot na de behandeling. U krijgt voorafgaande aan de behandeling altijd mondelinge uitleg over de inhoud van de behandeling. Ook kunt u dan vragen stellen.

De behandeling

Inbrengen van de bestralingscanule/applicator

Voor het inbrengen van de bestralingscanule wordt u in een gynaecologische houding gelegd (met de benen in beensteun houders). Voor de eerste behandeling heeft de radiotherapeut het behandelingsplan met u besproken. Bij de eerste behandeling begint de radiotherapeut met het inbrengen van een eendenbek (speculum).

De radiotherapeut bekijkt de top van de vagina en beslist welke bestralingscanule gebruikt gaat worden. Dit staafje wordt direct geplaatst en de eerste behandeling kan vrijwel direct worden uitgevoerd. De behandeling is niet pijnlijk.

RTH007 A.png
De bestralingscanule

Het bestralingsplan

Uw behandelend radiotherapeut geeft precies aan wat hij wil bestralen. Vervolgens zullen de radiotherapeutisch laboranten een bestralingsplan op de computer maken. Dit neemt enige tijd in beslag (ongeveer tien minuten) en is alleen bij de eerste bestraling noodzakelijk.

De bestraling

Zodra het bestralingsplan klaar is, kan de behandeling starten. De bestralingscanule wordt aangesloten op het bestralingsapparaat.

De bestraling gebeurt met het zogenaamde Flexitron-apparaat. In dit apparaat zit een radioactieve bron die door bediening van buitenaf via de canule op de plaats van bestemming komt. De radioactieve straling is verdwenen zodra het apparaat zichzelf uitschakelt. U bent zelf na de behandeling niet radioactief en ook uw urine, ontlasting en dergelijke zijn niet besmet. Er zijn dus geen speciale maatregelen nodig na de inwendige bestraling.

De bestraling zal afhankelijk van het bestralingsplan ongeveer vijf tot vijftien minuten duren. Van de bestraling voelt u niets. Tijdens de bestraling ligt u alleen in de bestralingsruimte. U wordt via een camera in de gaten gehouden en eventueel kunnen de arts en laboranten met u communiceren door een intercom.

Na de bestraling wordt de bestralingscanule meteen verwijderd. Het kan zijn dat u wat vocht of bloed verliest na de procedure. U kunt hiervoor een inlegkruisje krijgen. Na de behandeling kunt u gewoon naar huis.

Bij de volgende behandelingen wordt alleen de bestralingscanule geplaatst en direct daarna de behandeling gegeven.

Bijwerkingen

Na de behandeling heeft u geen last van pijn. U kunt wel wat last hebben van gering bloed- of vochtverlies via de schede. Dit is gebruikelijk en geen reden tot ongerustheid. Ook kunt u last hebben van branderigheid bij het plassen. Dit verdwijnt in de regel binnen enkele dagen.

Op langere termijn kan er verkleving van de slijmvliezen in de top van de schede optreden. Dit is medisch gezien niet ernstig, maar kan vervelend zijn bij het hebben van geslachtsgemeenschap. De schede is in dat geval namelijk korter geworden. Het optreden van deze verkleving kunt u voorkomen door bij voorkeur 1 tot 2 weken na de laatste bestraling drie maal per week gedurende twee maanden een tampon met vaseline hoog in de schede in te brengen. Na enkele uren mag de tampon weer verwijderd worden. Voor het openhouden van de vagina kan ook een speciaal buisje gebruikt worden, genaamd pelotte. Uw radiotherapeut kan u hier meer over vertellen. Ook het hebben van geslachtsgemeenschap in een vroeg stadium kan het optreden van verklevingen helpen voorkomen. De eerste weken na de radiotherapie kan het hebben van geslachtsgemeenschap vanwege de irritatie van de slijmvliezen in de schede extra gevoelig en daardoor onaangenaam zijn. Na die tijd verdwijnt de overgevoeligheid meestal vanzelf. De slijmvliezen in de top van de schede zijn na de bestraling blijvend kwetsbaarder dan voorheen. U hoeft daar niets van te merken. Soms kan er echter na het hebben van geslachtsgemeenschap een geringe hoeveelheid bloedverlies uit de schede optreden. Hier hoeft u niet van te schrikken en dit hoeft niet te worden behandeld.

Verhinderd

Kunt u om dringende redenen niet naar uw afspraak komen? Geef dit dan zo snel mogelijk door aan de afdeling Radiotherapie. Er kan dan een andere patiënt in uw plaats komen. Wij vragen u vriendelijk om dit alleen op werkdagen en tijdens kantooruren aan ons door te geven.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan contact op met de afdeling Radiotherapie.

In het weekeinde kunt u contact opnemen met de dienstdoende radiotherapeut, te bereiken via het algemene nummer van het ziekenhuis.

Contactgegevens

Catharina Ziekenhuis
040 – 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl

Afdeling Radiotherapie
040 – 239 64 00

Routenummers en overige informatie over de afdeling Radiotherapie vindt u op www.catharinaziekenhuis.nl/radiotherapie


© 2024 Catharina Ziekenhuis
Alle rechten voorbehouden